Ja maar...

Het meest gebruikte  woordenpaar om je partner effectief de mond te snoeren? ‘Ja maar’. En dit stelletje woorden is niet alleen een monddood-maker, maar ook bijzonder doeltreffend als wigdrijver, des te meer als ze (zoals meestal het geval is) maar halfbewust wordt gebruikt.

Het echtpaar dat tegenover me op de sofa zit, weet er alles van. Ze praten over een verschil in beleving. Het gaat in dit geval over hun betrokkenheid bij een conflictje aan één kant van de familie (maar voor hetzelfde geld gaat het over de geld, goede voornemens, de vaatwasser inruimen – de inhoud doet er eigenlijk niet zo toe). Zij belicht hoe ze het zielig vindt voor zus, hij zegt ‘ja maar’ en komt op voor zo. Ik luister drie minuten naar hun gepingpong en pak dan het balletje tussen hen vandaan. Als ik vraag hoe ze hun gesprekje over het familieconflict beleven, zijn ze allebei merkbaar geërgerd.  ‘Het lijkt wel of ze doof is’. ‘Wat ik zeg komt volstrekt niet bij hem aan’.

Tja, zo gaat dat als je reageert op de ander met ‘ja maar’. Op zichzelf klinkt is het woordje ‘ja’ instemmend, alsof je de stem van de ander gehoord, begrepen, misschien zelfs gewaardeerd hebt. Echter, gevolgd door ‘maar’ wordt elk gevoel van mede-stemming onder het tapijt geveegd. Temeer omdat ‘maar’ doorgaans gevolgd wordt door een eigen mening of beleving die alleen al door het woordje ‘maar’ haaks op dat van je gesprekspartner komt te staan.

Dat kan anders. Het tegenstellende van ‘maar’ kun je vervangen door het verbindende woordje ‘en’. Daarmee zet je jouw eigen beleving of mening naast dat van de ander. Of, om het begrijpende ‘ja’ beter uit de verf te laten komen, is het goed om eerst eens drie minuten aandacht te besteden aan wat je van de ander gehoord en begrepen hebt. Vat het samen. Vraag naar wat je niet begrijpt. Probeer je voor te stellen hoe de ander het beleeft. Benoem wat je ervan begrijpt. Al die aandacht vergt wel, dat je je eigen mening of gevoel tijdelijk parkeert.

De man die had gepingpongd op mijn sofa, vertelt twee weken later van een verrassend effect van deze les. Hij had zijn mening een paar keer geparkeerd en aandacht gehad voor het verhaal van zijn vrouw. Daarna had hij veel minder dan eerst de drang om zijn eigen mening nog te ventileren. Als je het mij vraagt, is het oer-Hollandse ge-ja-maar een slechte poging om ons met de ander te verbinden. Ja, en?! Ik geef het je te doen.

 

Bart Gooijer